DE PRACHT VAN SCHERMBLOEMIGEN,
of zoals Jac P. Thijsse het noemt: “ Hollands Kant”.
Diversiteit in bloeiwijzen is één van de ontwerp elementen binnen een tuinontwerp. Het maakt een beplantingsplan levendig en compleet als verschillende van deze bloeiwijzen samen gebruikt worden.
Bloeiwijze betekent de vorm en plaatsing van bloemen op een plant: als tros, aar, korf, tuil, pluim, of als scherm, enkelvoudig of samengesteld.
Een scherm (umbella) is een bloeiwijze waarbij alle zij-assen (bloemstelen) uit één punt ontspringen. De vorm van het scherm kan variëren van boven bijna plat tot helemaal bol, zoals bij Allium, de sierui. Elk bloemetje op zich is eigenlijk niet zoveel bijzonders maar samen brengen zij een spectaculair effect teweeg.
Schermbloemigen zijn vaak terug te vinden binnen de wilde planten. Wie kent het fluitenkruid niet, dat als één van de eerste planten in het voorjaar omhoog schiet, in het bos of langs de sloten. Of de wilde wortel, in de zomer overal te zien, en ook nog zo mooi na de bloei. En het ellendige zevenblad, niet uit de tuin te krijgen soms; maar de bloei ervan is prachtig.
Het ragfijne kant van de bloemschermen kent tal van patronen, de omwinselbladen en – blaadjes tal van variaties, evenals het stengelblad.
De schermbloemenfamilie is een familie van bedektzadige planten, meestal aromatisch met holle stengels. Er bestaan wel zo’n 3500 soorten binnen 440 geslachten. Na de groei van de wortelstok in het eerste jaar komt de bloem in het tweede of derde jaar tot ontwikkeling. Meestal wit, soms geel zoals pastinaak, dille en venkel of roze zoals engelwortel (Angelica) en Zeeuws knoopje (Astrantia).
Er zijn een paar hele giftige soorten zoals de gevlekte scheerling, de waterscheerling, de dolle kervel en dodemansvingers, angstaanjagende namen. De oude Grieken lieten veroordeelden, ook Socrates, de gifbeker drinken waarin een aftreksel van de gevlekte scheerling zat.
Gelukkig maken ook hele nuttige planten deel uit van de familie, zoals anijs, karwij, venkel, peterselie, pastinaak en wortel. Veel schermbloemige planten zijn geheel eetbaar, blad, zaad en wortel. De faam van de schermbloemigen ligt in de slijmoplossende, de vocht afdrijvende- en de ontkrampende werking. De aromatische vruchten bevatten veel etherische olie die wordt gewonnen door ze fijn te stampen of te malen.
Een van de kleinste is de kervel, de grootste is zonder enige twijfel de reuzen- of Kaukasische berenklauw, waarbij je van de haren aan stengel en bladeren brandwonden kunt oplopen.
Een leuke variant van fluitenkruid voor in de tuin is Anthriscus sylvestris ‘Ravenswing’ met een donkerpaarse steel. Venkel, in de nazomer met zachtgele kleur, past ook prachtig in een natuurlijke border.
De bloemhoofden zijn niet alleen mooi, de losse structuur van de schermbloemige planten zorgt ook dat een plantvak beweging krijgt. En zelfs na de bloei zijn de schermen nog prachtig, in de herfst met Dahlia’s en zelfs in de winter voegen ze nog vorm toe. Vaak zie je na de bloeitijd de gedroogde planten terug in bloemstukken.
Een kleine voetnoot: Schermbloemigen hebben last van elkaars parasieten: De wortelvlieg, de bladvlekziekte. Maak daarom een keuze en zet ze niet bij elkaar ; en ook niet na elkaar in dezelfde grond.